Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Laat Trumpiaan een feminist daten

Romkoms zijn tegenwoordig fantasieloze herhaling, of hebben een volkomen bizarre plot. Toch pleit Elizabeth Sankey in haar documentaire ‘Romantic Comedy’ voor meer. Er zijn immers nog wel wat scheidslijnen te slechten.

Coen van Zwol

Herrijst de romantische komedie uit haar graf? Netflix maakt ze weer, en het algoritme heeft altijd gelijk. Ook Hollywood lijkt ontwaakt door het succes van Crazy Rich Asians.

Was de romkom dan dood? Het viel niet zo op in Nederland, waar de filmwereld teert op serieproductie van romkoms. Maar die bloeien bij gebrek aan beter. Maakt Hollywood er weer een – zie Bridget Jones’s Baby in 2016 – dan gaat dat direct ten koste van de Neder-romkom.

Vier jaar geleden schreef ook ik mijn grafrede voor de Amerikaanse romkom, die was gesmoord in fantasieloze herhaling. Het genre gaat terug naar de jaren dertig maar leefde rond 1990 sterk op na When Harry Met Sally en Pretty Woman. Even lieten Hollywoods grootste talenten zich ermee in, daarna kelderde de kwaliteit en werd het een B-genre dat je als filmster beter kon vermijden. De golf ensemble-romkoms na Love Actually (2003) bleek achteraf de doodsrochel van het genre: na 2010 zette Hollywood de romkom bij het grofvuil.

Het filmfestival van Rotterdam is een vreemde plek om de terugkeer van de romantische komedie te bepleiten, erkent Elizabeth Sankey: „Ik schaam me wel een beetje als ik zie welke grote onderwerpen hier worden aangesneden. En dan kom ik op voor mijn recht op zwijmelen.” Want dat doet Sankey in haar frisse documentaire Romantic Comedy. De formule van de romkom werkt nog prima, vindt ze. Kijk naar homo-romkoms als God’s Own Country of Love, Simon: ‘meet cute’, eerste verliefdheid, amoureuze obstakels en ten slotte de dwaze ‘run for love’, als de geliefden elkaar alsnog in de armen sluiten.

Sankeys liefde voor de romkom is getourmenteerd. Ze toont in Romantic Comedy met talloze beeldfragmenten aan dat het genre blank, kleinburgerlijk en heteronormatief is. Dat romkoms vrouwen opzadelen met onrealistische verwachtingen en een ontmoedigend schoonheidsideaal, dat ze leren dat je mannen moet behagen of dat carrière gelijk staat aan eenzaamheid. En mannen? Die zien in romkoms ‘nee’ steevast als aanmoediging en stalken erop los. De romkom is een product van Hollywoods patriarchaat, stelt Sankey vast – om direct daarop méér romkoms te eisen en filmcritici te verwijten erop neer te kijken omdat ze mannen zijn.

Ligt de bekoring van de romkom misschien juist in escapisme, in een tijdelijke ontsnapping in oubollige rolpatronen? Want wat hou je over als mannen bij ‘nee’ netjes afdruipen en schriftelijk toestemming vragen voor de eerste kus?

Moderne seksuele mores zijn een goudmijn, riposteert Sankey. Zoveel nieuwe complicaties! De rot sloop juist in de romkom omdat Hollywood in zijn honger naar nieuwe scripts bizarre en onwerkelijke obstakels ging verzinnen. Terwijl er zoveel herkenbare scheidslijnen vallen te slechten. Ras of politiek bijvoorbeeld. Sankey: „Een Brexit-aanhanger valt voor een immigrante, een Trumpstemmer voor een New Yorkse feminist. Ik noem maar wat.” Dat hij dan als ‘meet cute’ met zijn fakkel per ongeluk haar yogamat in brand steekt tijdens een white supremacy-mars? „Prikkelend idee”, zegt Sankey. „Maar doe toch maar niet.”

Coen van Zwol is filmrecensent.